Taalgids

nl Voegwoorden 3   »   ro Conjuncţii 3

96 [zesennegentig]

Voegwoorden 3

Voegwoorden 3

96 [nouăzeci şi şase]

Conjuncţii 3

Kies hoe u de vertaling wilt zien:   
Nederlands Roemeens Geluid meer
Ik sta op zodra de wekker gaat. M--t--z--- ---diat ----u---ce---l d--te------. M_ t______ i______ c_ s___ c_____ d___________ M- t-e-e-c i-e-i-t c- s-n- c-a-u- d-ş-e-t-t-r- ---------------------------------------------- Mă trezesc imediat ce sună ceasul deşteptător. 0
Ik word moe zodra ik moet leren. Ob-s--- i--di-- ce ----u-e--ă în-ăţ. O______ i______ c_ t______ s_ î_____ O-o-e-c i-e-i-t c- t-e-u-e s- î-v-ţ- ------------------------------------ Obosesc imediat ce trebuie să învăţ. 0
Ik houd op met werken zodra ik 60 ben. În--t-- să --- -ucr---im-diat-c--am î----nit-----e-a--. Î______ s_ m__ l_____ i______ c_ a_ î_______ 6_ d_ a___ Î-c-t-z s- m-i l-c-e- i-e-i-t c- a- î-p-i-i- 6- d- a-i- ------------------------------------------------------- Încetez să mai lucrez imediat ce am împlinit 60 de ani. 0
Wanneer belt u op? Câ-d s--a-i? C___ s______ C-n- s-n-ţ-? ------------ Când sunaţi? 0
Zo gauw ik een moment tijd heb. I--d-at -- a- -n-mom--- d- t---. I______ c_ a_ u_ m_____ d_ t____ I-e-i-t c- a- u- m-m-n- d- t-m-. -------------------------------- Imediat ce am un moment de timp. 0
Hij belt op zodra hij een beetje tijd heeft. E--s-n--ime-iat--e --- ----- ----. E_ s___ i______ c_ a__ p____ t____ E- s-n- i-e-i-t c- a-e p-ţ-n t-m-. ---------------------------------- El sună imediat ce are puţin timp. 0
Hoe lang blijft u werken? Câ---i-- ve-i--ucra? C__ t___ v___ l_____ C-t t-m- v-ţ- l-c-a- -------------------- Cât timp veţi lucra? 0
Ik blijf werken zo lang ik kan. Voi---cra a-â-a t--p--ât -ot. V__ l____ a____ t___ c__ p___ V-i l-c-a a-â-a t-m- c-t p-t- ----------------------------- Voi lucra atâta timp cât pot. 0
Ik blijf werken zo lang ik gezond ben. Voi l-c---atâta ---p cât---nt săn-t--. V__ l____ a____ t___ c__ s___ s_______ V-i l-c-a a-â-a t-m- c-t s-n- s-n-t-s- -------------------------------------- Voi lucra atâta timp cât sunt sănătos. 0
Hij ligt in bed in plaats van te werken. E--s-ă -n --t în---c-să-l-c-e--. E_ s__ î_ p__ î_ l__ s_ l_______ E- s-ă î- p-t î- l-c s- l-c-e-e- -------------------------------- El stă în pat în loc să lucreze. 0
Zij leest de krant in plaats van te koken. E- c-teş-- -i-rul ---lo- ---g--e-s-ă. E_ c______ z_____ î_ l__ s_ g________ E- c-t-ş-e z-a-u- î- l-c s- g-t-a-c-. ------------------------------------- Ea citeşte ziarul în loc să gătească. 0
Hij zit in de kroeg in plaats van naar huis te gaan. S-- î--câ-c--m-, î------să--eargă a---ă. S__ î_ c________ î_ l__ s_ m_____ a_____ S-ă î- c-r-i-m-, î- l-c s- m-a-g- a-a-ă- ---------------------------------------- Stă în cârciumă, în loc să meargă acasă. 0
Voor zover ik weet, woont hij hier. Din----e ş---, l-c-ie-t- ai-i. D__ c___ ş____ l________ a____ D-n c-t- ş-i-, l-c-i-ş-e a-c-. ------------------------------ Din câte ştiu, locuieşte aici. 0
Voor zover ik weet, is zijn vrouw ziek. Din-cât- şt-u, ------l-- -ste bo--avă. D__ c___ ş____ s____ l__ e___ b_______ D-n c-t- ş-i-, s-ţ-a l-i e-t- b-l-a-ă- -------------------------------------- Din câte ştiu, soţia lui este bolnavă. 0
Voor zover ik weet, is hij werkloos. D-n-câ-- --i-,-este ş--e-. D__ c___ ş____ e___ ş_____ D-n c-t- ş-i-, e-t- ş-m-r- -------------------------- Din câte ştiu, este şomer. 0
Ik had me verslapen, anders was ik op tijd geweest. Nu----m-tr-z-t -a -------l---- aş ------t-pu----al. N_ m___ t_____ l_ t____ a_____ a_ f_ f___ p________ N- m-a- t-e-i- l- t-m-, a-t-e- a- f- f-s- p-n-t-a-. --------------------------------------------------- Nu m-am trezit la timp, altfel aş fi fost punctual. 0
Ik had de bus gemist, anders was ik stipt op tijd geweest. A--p-e-du--a---bu-u-, al-f---aş -i---s----nc-ual. A_ p______ a_________ a_____ a_ f_ f___ p________ A- p-e-d-t a-t-b-z-l- a-t-e- a- f- f-s- p-n-t-a-. ------------------------------------------------- Am pierdut autobuzul, altfel aş fi fost punctual. 0
Ik vond de weg niet, anders was ik op tijd geweest. Nu-am--ăs-t drum-l- altf-l--- -- f--t----ctual. N_ a_ g____ d______ a_____ a_ f_ f___ p________ N- a- g-s-t d-u-u-, a-t-e- a- f- f-s- p-n-t-a-. ----------------------------------------------- Nu am găsit drumul, altfel aş fi fost punctual. 0

Taal en Wiskunde

Denken en taal behoren samen. Ze gaan elkaar wederzijds beïnvloeden. De taalkundige structuren karakteriseren de structuren van ons denken. In sommige talen zijn er bijvoorbeeld geen woorden voor getallen. De sprekers kunnen het concept van de nummers niet begrijpen. Ook wiskunde en talen behoren op een of andere manier bij elkaar. Grammaticale en wiskundige structuren zijn vaak gerelateerd. Sommige onderzoekers geloven ook dat ze soortgelijke verwerking hebben. Ze denken dat het talencentrum ook voor de wiskunde verantwoordelijk is. De hersenen kunnen daarbij helpen om berekeningen uit te voeren. Recente onderzoeken komen echter tot een andere conclusie. Ze tonen aan dat onze hersenen de wiskunde zonder taal verwerkt. Onderzoekers hebben drie mannen onderzocht. De hersenen van deze personen waren beschadigd. Daardoor werd ook het taalcentrum beschadigd. Tijdens het spreken hadden de mannen grote problemen. Ze konden geen eenvoudige zinnen meer opstellen. Ook woorden konden ze niet begrijpen. Na de spraaktest moesten de mannen wiskundige problemen oplossen. Sommige van deze wiskundige puzzels waren erg complex. Toch konden de testpersonen het oplossen! Het resultaat van dit onderzoek is interessant. Het laat zien dat wiskunde niet met woorden gecodeerd zijn. Mogelijk hebben taal en wiskunde dezelfde basis. Beide worden vanuit hetzelfde centrum verwerkt. Wiskunde hoeft echter niet eerst in een taal worden vertaald. Misschien ontwikkelen taal en wiskunde zich ook samen... Wanneer de hersenen klaar zijn, bestaan ze onafhankelijk van elkaar!