Woordenlijst

Leer werkwoorden – Litouws

cms/verbs-webp/125884035.webp
nustebinti
Ji nustebino savo tėvus dovanomis.
verrassen
Ze verraste haar ouders met een cadeau.
cms/verbs-webp/79201834.webp
jungti
Šis tiltas jungia du rajonus.
verbinden
Deze brug verbindt twee wijken.
cms/verbs-webp/109099922.webp
priminti
Kompiuteris man primena mano susitikimus.
herinneren
De computer herinnert me aan mijn afspraken.
cms/verbs-webp/105504873.webp
norėti
Ji nori palikti savo viešbutį.
willen verlaten
Ze wil haar hotel verlaten.
cms/verbs-webp/93697965.webp
važiuoti aplinkui
Automobiliai važiuoja ratu.
rondrijden
De auto’s rijden in een cirkel rond.
cms/verbs-webp/81885081.webp
deginti
Jis padegė žvakę.
aansteken
Hij stak een lucifer aan.
cms/verbs-webp/115153768.webp
matyti
Per mano naujus akinius viską matau aiškiai.
duidelijk zien
Ik kan alles duidelijk zien door mijn nieuwe bril.
cms/verbs-webp/100011426.webp
paveikti
Nesileisk paveikti kitų!
beïnvloeden
Laat je niet door anderen beïnvloeden!
cms/verbs-webp/853759.webp
išparduoti
Prekės yra išparduojamos.
uitverkopen
De koopwaar wordt uitverkocht.
cms/verbs-webp/61389443.webp
gulti
Vaikai guli žolėje kartu.
liggen
De kinderen liggen samen in het gras.
cms/verbs-webp/102397678.webp
skelbti
Reklama dažnai skelbiama laikraščiuose.
publiceren
Reclame wordt vaak in kranten gepubliceerd.
cms/verbs-webp/118232218.webp
apsaugoti
Vaikai turi būti apsaugoti.
beschermen
Kinderen moeten beschermd worden.