Woordenlijst

Leer werkwoorden – Esperanto

cms/verbs-webp/113415844.webp
forlasi
Multaj angloj volis forlasi la EU-on.
verlaten
Veel Engelsen wilden de EU verlaten.
cms/verbs-webp/97119641.webp
pentri
La aŭto estas pentrita blua.
schilderen
De auto wordt blauw geschilderd.
cms/verbs-webp/112408678.webp
inviti
Ni invitas vin al nia novjara festo.
uitnodigen
Wij nodigen je uit voor ons oudejaarsfeest.
cms/verbs-webp/100011426.webp
influi
Ne lasu vin influi de aliaj!
beïnvloeden
Laat je niet door anderen beïnvloeden!
cms/verbs-webp/46998479.webp
diskuti
Ili diskutas siajn planojn.
bespreken
Ze bespreken hun plannen.
cms/verbs-webp/105681554.webp
kaŭzi
Sukero kaŭzas multajn malsanojn.
veroorzaken
Suiker veroorzaakt veel ziekten.
cms/verbs-webp/71883595.webp
ignori
La infano ignoras siajn patrinajn vortojn.
negeren
Het kind negeert de woorden van zijn moeder.
cms/verbs-webp/115628089.webp
prepari
Ŝi preparas kukon.
bereiden
Ze bereidt een taart.
cms/verbs-webp/78342099.webp
validi
La vizo ne plu validas.
geldig zijn
Het visum is niet meer geldig.
cms/verbs-webp/99169546.webp
rigardi
Ĉiuj rigardas siajn poŝtelefonojn.
kijken
Iedereen kijkt naar hun telefoons.
cms/verbs-webp/26758664.webp
ŝpari
Miaj infanoj ŝparis sian propran monon.
sparen
Mijn kinderen hebben hun eigen geld gespaard.
cms/verbs-webp/104820474.webp
soni
Ŝia voĉo sonas fantaste.
klinken
Haar stem klinkt fantastisch.