Woordenlijst

Leer werkwoorden – Tagalog

cms/verbs-webp/109588921.webp
patayin
Pinapatay niya ang orasan.
uitzetten
Ze zet de wekker uit.
cms/verbs-webp/61575526.webp
magbigay daan
Maraming lumang bahay ang kailangang magbigay daan para sa mga bagong bahay.
wijken
Veel oude huizen moeten wijken voor de nieuwe.
cms/verbs-webp/80552159.webp
gumana
Sira ang motorsiklo; hindi na ito gumagana.
werken
De motorfiets is kapot; hij werkt niet meer.
cms/verbs-webp/121112097.webp
magpinta
Pininta ko para sa iyo ang magandang larawan!
schilderen
Ik heb een mooi schilderij voor je geschilderd!
cms/verbs-webp/41918279.webp
tumakas
Gusto ng aming anak na tumakas mula sa bahay.
weglopen
Onze zoon wilde van huis weglopen.
cms/verbs-webp/103232609.webp
exhibit
Ang modernong sining ay ine-exhibit dito.
tentoonstellen
Hier wordt moderne kunst tentoongesteld.
cms/verbs-webp/102631405.webp
kalimutan
Hindi niya gustong kalimutan ang nakaraan.
vergeten
Ze wil het verleden niet vergeten.
cms/verbs-webp/121102980.webp
sumama
Maaari bang sumama ako sa iyo?
meerijden
Mag ik met je meerijden?
cms/verbs-webp/85677113.webp
gamitin
Ginagamit niya ang mga produktong kosmetiko araw-araw.
gebruiken
Ze gebruikt dagelijks cosmetische producten.
cms/verbs-webp/111063120.webp
makilala
Gusto ng mga estrangherong aso na makilala ang isa‘t isa.
leren kennen
Vreemde honden willen elkaar leren kennen.
cms/verbs-webp/78073084.webp
humiga
Pagod sila kaya humiga.
liggen
Ze waren moe en gingen liggen.
cms/verbs-webp/102397678.webp
ilathala
Madalas ilathala ang mga patalastas sa mga pahayagan.
publiceren
Reclame wordt vaak in kranten gepubliceerd.