Taalgids

nl Ontkenning 1   »   lt Neiginys 1

64 [vierenzestig]

Ontkenning 1

Ontkenning 1

64 [šešiasdešimt keturi]

Neiginys 1

Kies hoe u de vertaling wilt zien:   
Nederlands Litouws Geluid meer
Ik begrijp dat woord niet. (A-- ---u---n-----d--o. (___ n_________ ž______ (-š- n-s-p-a-t- ž-d-i-. ----------------------- (Aš) nesuprantu žodžio. 0
Ik begrijp de zin niet. (Aš- ------an-u---kin-o. (___ n_________ s_______ (-š- n-s-p-a-t- s-k-n-o- ------------------------ (Aš) nesuprantu sakinio. 0
Ik begrijp de betekenis niet. (Aš- nes--rant--re-k---s. (___ n_________ r________ (-š- n-s-p-a-t- r-i-š-ė-. ------------------------- (Aš) nesuprantu reikšmės. 0
de leraar m-k--o--s m________ m-k-t-j-s --------- mokytojas 0
Begrijpt u de leraar? Ar-----a--at- m--y--j-? A_ s_________ m________ A- s-p-a-t-t- m-k-t-j-? ----------------------- Ar suprantate mokytoją? 0
Ja, ik begrijp hem goed. T-i-, -š--- ger-- su--antu. T____ a_ j_ g____ s________ T-i-, a- j- g-r-i s-p-a-t-. --------------------------- Taip, aš jį gerai suprantu. 0
de lerares m-ky---a m_______ m-k-t-j- -------- mokytoja 0
Begrijpt u de lerares? A- sup-a---t--mokyto-ą? A_ s_________ m________ A- s-p-a-t-t- m-k-t-j-? ----------------------- Ar suprantate mokytoją? 0
Ja, ik begrijp haar goed. Tai-, -š j--g---i s--r--tu. T____ a_ j_ g____ s________ T-i-, a- j- g-r-i s-p-a-t-. --------------------------- Taip, aš ją gerai suprantu. 0
de mensen Ž-onės Ž_____ Ž-o-ė- ------ Žmonės 0
Verstaat u die mensen? A- s----n---e -uos --one-? A_ s_________ t___ ž______ A- s-p-a-t-t- t-o- ž-o-e-? -------------------------- Ar suprantate tuos žmones? 0
Nee, ik versta ze niet zo goed. N-- aš jų---rai --s-p-antu. N__ a_ j_ g____ n__________ N-, a- j- g-r-i n-s-p-a-t-. --------------------------- Ne, aš jų gerai nesuprantu. 0
de vriendin d--u-ė d_____ d-a-g- ------ draugė 0
Heeft u een vriendin? Ar-tu---e--rau--? A_ t_____ d______ A- t-r-t- d-a-g-? ----------------- Ar turite draugę? 0
Ja, ik heb er een. Ta----tu---. T____ t_____ T-i-, t-r-u- ------------ Taip, turiu. 0
de dochter d---ė - d--ra d____ / d____ d-k-ė / d-k-a ------------- duktė / dukra 0
Heeft u een dochter? A- ----te--------? A_ t_____ d_______ A- t-r-t- d-k-e-į- ------------------ Ar turite dukterį? 0
Nee, ik heb er geen. N-- net-ri-. N__ n_______ N-, n-t-r-u- ------------ Ne, neturiu. 0

Blinde mensen gebruiken de taal doeltreffend

Mensen die niet kunnen zien horen beter. Hierdoor kunnen zij in het dagelijks leven gemakkelijker bewegen. Blinden kunnen ook de taal beter verwerken! Tot deze conclusie zijn een aantal wetenschappelijke onderzoeken gekomen. Onderzoekers hebben proefpersonen teksten laten aanhoren. Daarbij werd de spreeksnelheid aanzienlijk verhoogd. Toch konden de blinde proefpersonen de teksten begrijpen. De slechtziende proefpersonen hebben echter de zinnen nauwelijks begrepen. Voor hen was de spreeksnelheid te hoog. Een ander experiment kwam tot een soortgelijke conclusie. Slechtziende en blinde proefpersonen luisterden naar verschillende zinnen. Een deel van de zinnen werden gemanipuleerd. Het laatste woord werd door een onzinnig woord vervangen. De proefpersonen moesten de zinnen herzien. Ze moesten beslissen of de zinnen zinvol of zinloos waren. Terwijl de proefpersonen de opdracht gingen oplossen, werden hun hersenen onderzocht. De onderzoekers maten specifieke hersenfrequenties. Zo konden ze herkennen hoe snel de hersenen de opdracht ging oplossen. Bij de blinde proefpersonen verscheen heel snel een bepaald signaal. Dit signaal gaf aan dat een zin geanalyseerd werd. Bij de slechtzienden testpersonen verscheen het signaal veel later. Waarom blinden de taal efficiënter verwerken is nog niet bekend. Maar wetenschappers hebben een theorie. Zij geloven dat hun hersenen een specifiek hersengebied intensiever gebruiken. Dit is het gebied waar de slechtzienden visuele prikkels verwerken. Bij blinden wordt dit gebied niet voor het gezichtsvermogen gebruikt. Het is dus nog steeds "vrij" voor andere taken. Daarom hebben blinden een grotere capaciteit voor de verwerking van spraak ...