Parlør

da stor – lille   »   af groot – klein

68 [otteogtres]

stor – lille

stor – lille

68 [agt en sestig]

groot – klein

Vælg, hvordan du vil se oversættelsen:   
Dansk Afrikaans Afspil Yderligere
stor og lille groo- -----ein groot en klein g-o-t e- k-e-n -------------- groot en klein 0
Elefanten er stor. D-e -li--nt ---groo-. Die olifant is groot. D-e o-i-a-t i- g-o-t- --------------------- Die olifant is groot. 0
Musen er lille. Di- m-is -- klei-. Die muis is klein. D-e m-i- i- k-e-n- ------------------ Die muis is klein. 0
mørk og lys do-k-- en-h--der donker en helder d-n-e- e- h-l-e- ---------------- donker en helder 0
Natten er mørk. Di---a- -- -on---. Die nag is donker. D-e n-g i- d-n-e-. ------------------ Die nag is donker. 0
Dagen er lys. Die-da---s h-----. Die dag is helder. D-e d-g i- h-l-e-. ------------------ Die dag is helder. 0
gammel og ung ou-----jonk oud en jonk o-d e- j-n- ----------- oud en jonk 0
Vores morfar / farfar er meget gammel. On- ou-a-i- b-ie--ud. Ons oupa is baie oud. O-s o-p- i- b-i- o-d- --------------------- Ons oupa is baie oud. 0
For 70 år siden var han stadig ung. 7- j-ar -------w---hy--o----nk. 70 jaar gelede was hy nog jonk. 7- j-a- g-l-d- w-s h- n-g j-n-. ------------------------------- 70 jaar gelede was hy nog jonk. 0
smuk og grim m--i-e---e--k mooi en lelik m-o- e- l-l-k ------------- mooi en lelik 0
Sommerfuglen er smuk. Die v-ind-- -s mooi. Die vlinder is mooi. D-e v-i-d-r i- m-o-. -------------------- Die vlinder is mooi. 0
Edderkoppen er grim. Di- sp---eko-----l-li-. Die spinnekop is lelik. D-e s-i-n-k-p i- l-l-k- ----------------------- Die spinnekop is lelik. 0
tyk og tynd D-k-/ ve---- -un Dik / vet en dun D-k / v-t e- d-n ---------------- Dik / vet en dun 0
En kvinde på 100 kilo er tyk. ’n V--- --- 1-0-- ---d-k /-vet. ’n Vrou van 100kg is dik / vet. ’- V-o- v-n 1-0-g i- d-k / v-t- ------------------------------- ’n Vrou van 100kg is dik / vet. 0
En mand på 50 kilo er tynd. ’n Ma--v-n 5--g ---dun. ’n Man van 50kg is dun. ’- M-n v-n 5-k- i- d-n- ----------------------- ’n Man van 50kg is dun. 0
dyr og billig d-u--en---edko-p duur en goedkoop d-u- e- g-e-k-o- ---------------- duur en goedkoop 0
Bilen er dyr. Die-m--or-is-d--r. Die motor is duur. D-e m-t-r i- d-u-. ------------------ Die motor is duur. 0
Avisen er billig. Di--koe-ant-i---------p. Die koerant is goedkoop. D-e k-e-a-t i- g-e-k-o-. ------------------------ Die koerant is goedkoop. 0

-

- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -