De taal van de wetenschap is een taal op zich.
Het wordt voor professionele discussies gebruikt.
Ook in wetenschappelijke publicaties wordt het gebruikt.
Vroeger waren er gemeenschappelijke wetenschappelijke talen.
In de Europese landen domineerde vroeger het Latijns de wetenschap.
Maar tegenwoordig is het Engels de belangrijkste taal van de wetenschap.
Wetenschappelijke talen zijn vaktalen.
Ze bevatten zeer vele specifieke termen.
Hun belangrijkste kenmerken zijn normalisering en formalisering.
Sommigen zeggen dat de wetenschappers doelbewust onverstaanbaar spreken.
Als er iets ingewikkeld is dan lijkt het intelligenter.
Maar de wetenschap is gebaseerd op de waarheid.
Het moet daarom een neutrale taal gebruiken.
Voor retorische elementen of vage zinnen is geen ruimte.
Toch zijn er veel voorbeelden van een overdreven ingewikkelde taal.
En ingewikkelde taal lijkt bij de mensen te fascineren!
Onderzoeken bevestigen dat we moeilijke talen meer vertrouwen.
De testpersonen werden gevraagd om enkele vragen te beantwoorden.
Daarbij moesten ze kiezen uit verschillende antwoorden.
Sommige antwoorden waren eenvoudig en anderen waren zeer ingewikkeld.
De meeste testpersonen kozen voor het complexe antwoord.
Maar dat had absoluut geen zin!
De testpersonen lieten zich door de taal misleiden.
Hoewel de inhoud absurd was, waren ze onder de indruk van de vragenlijst.
Het schrijven is ingewikkeld, maar niet altijd een kunst.
Iedereen kan leren om van een eenvoudige inhoud, een complexe taal te maken.
Moeilijke dingen simpel uitdrukken is echter niet zo eenvoudig.
Heel vaak is het eenvoudige ook heel complex...